De duiventil.

Het is vroeg en nog maar net licht, ik moet er even uit maar achter de camper maakt het hier te veel geluid. Snel loop ik naar het toilet en binnen enkele minuten lig ik weer in bed na te rillen van de ochtend kou. Wij zijn toch wel de goede kant op gereden vraag ik mij af en met deze gedachten lig ik nog lekker een uurtje warm te worden. Om negen uur worden wij door de ochtend zon opnieuw gewekt, ik schuif een verduistering gordijn omlaag, de hele camping is nog in rust. Terwijl ik mijn tanden poets hoor ik links gerochel en rechts gehoest, langzaam gaan de deuren van de enorme caravans met nog grotere voortenten en campers die eigenlijk te groot zijn voor de standplaatsen open. Grijze slaperige hoofden gekleed in de fraaiste ochtendjassen, mooier dan ik ooit gezien heb bij een brandalarm in de meest chique hotels, gaan op weg naar de centraal gelegen wasplaatsen. Het zijn dezelfde mensen waar ik gisteren eindeloos  op moest wachten bij de oversteekplaatsen hier in Benidorm al zoekend naar deze camping ergens tussen de hoogbouw in deze reusachtige badplaats. Ze zijn net als ik “uitgewerkt”. De hele dag staat in het teken van een Afrikaans tafereel, je bezig houden met de elementaire behoefte van de mens, waterhalen en eten koken verder wat socialyzen, door het klimaat hier in de zon in plaats van onder de boom. Om een uur of 4 wordt het alweer koud en gaat de t.v. op RTL zoveel en de gaskachel op 5. De grijze duiven zitten weer in de til.

Morgen vroeg vertrekken wij, het zal net als bij onze aankomst alle deuren vroeger dan normaal doen opengaan, nieuwsgierig als de mensen zijn, het is toch iets bijzonders zo’n vreemde passant.