Canada

Noord Canada 

 

Yellowknife, de hoofdstad van de NorthWest Territories gelegen aan de noordzijde van het Great Slave Lake, een van de drie territories van de federale staat Canada en sinds afgelopen 1 maart na ruim 2 jaar weer open vanwege corona. Samen met de 10 provincies vormen ze het op een na grootste land ter wereld na Rusland. NorthWest Territories ruim 3x Nederland ligt voor het grootste deel boven de poolcirkel, 66.33 NB en heeft slechts 42.000 inwoners waarvan bijna de helft in de hoofdstad woont. Het verschil tussen een provincie en een territorie is van politieke aard. In tegenstelling tot wetten van een provincie moeten die van een territorie nog worden goedgekeurd door de federale regering van Ottawa. Ook kunnen territories hun grondwet niet op eigen houtje veranderen. Provincies kunnen dat wel. De verkoop en beheer van publiek land moet in territories worden goedgekeurd door Ottawa.  Yellowknife is een belangrijk navigatie punt voor Noord Atlantische vluchten vanuit Europa naar de west kust van de VS en bij iedere vlieger bekent als een desolate plaats met hele lange, koude winters. Voor zomer toeristen onaantrekkelijk vanwege de afstand naar de “bewoonde” wereld en ver van de meer bekende Alaska Highway richting Fairbanks. Het is wel de plek in noord Canada om in het najaar het noorderlicht te zien maar zo mooi als uit een cockpit van een vliegtuig is het nergens op aarde te zien. Dit is een “must see” na al die vluchten “overhead” tijdens mijn werkzame leven.

eindeloze wegen in Noord Canada

bij 60 NB, The NorthWest Territories

de Mackenzie ligt nog vol ijs

de bizons hebben kalveren, de stieren ravotten

Het doet mij denken aan Anchorage als we door de hoofdstraat rijden, wat vierkante gebouwen aan een kaarsrechte straat met brede trottoirs. Met 20.000 inwoners vergelijkbaar met een kleine provincie plaats in Nederland. Al honderd jaar is dit de basis voor het “bushvliegen” in Noord Canada. Vanuit hier worden sinds die tijd de kleine “Eskimo” ofwel Inuit nederzettingen bediend en de jagers en onderzoekers (goudzoekers) naar waardevolle mineralen gedropt in de wildernis en vele maanden later weer opgehaald als ze niet worden vergeten! Het boek “Flying to Extremes” van Dominique Prinet beschrijft zijn belevenissen als bushvlieger in de begin jaren 70 van de vorige eeuw. Zomers worden de veelal éénmotorige vliegtuigjes zoals Cessna 182, Otters en Beavers uitgerust met drijvers en in de winter met wielen gecombineerd met ski’s. Vooral in de winter met lange periodes van laaghangende bewolking, sneeuwbuien, slecht zicht en nauwelijks of geen daglicht in een gebied waar de kompas variatie (graden verschil tussen ware- en magnetische noordpool) maximaal is. De eenvoudige girokompassen gaven voor maximaal 30-45min vliegtijd een redelijk betrouwbare koers weer, door het verloop van de corioliskracht. Hierna moest je wel een landmark vinden om het kompas te corrigeren  (corioliskracht wordt veroorzaakt door de aardrotatie en is maximaal aan de polen, op de evenaar nul en direct verantwoordelijk voor de luchtstromen en de windrotatie richting bij hoge- en lagedrukgebieden, deze is contra op het zuidelijk halfrond t.o.v. noordelijk halfrond - ofwel voor het ontstaan van alle lucht en zeestromingen op aarde). Deze tijd, ver voor het gps-tijdperk van nu waar zonder probleem iedereen zonder enige benul van luchtvaart navigatie naar iedere uithoek van de wereld kan navigeren. Er zijn veel vliegtuigjes verdwenen, vliegers en passagiers omgekomen, vaak onder erbarmelijke omstandigheden door voedselgebrek of gewoon doodgevroren.

Ter nagedachtenis aan deze helden is er een klein gedenkteken “Bush Pilots Monument” opgericht op “The Rock”, de rots van Old Town Yellowknife.

bush pilots monument, Yellowknife

Als je op deze rots staat heb je uitzicht op alle baai locaties van de stad, ogenschijnlijk is er nog niets veranderd sinds de jaren 70, dezelfde oude vliegtuigen, de Beaver, Otter en Twin Otter en Cessna 180/182 simpel van techniek en onderhoud worden nog steeds gebruikt voor dezelfde doeleinden. Ze liggen nu op drijvers want het ijs is hier al bijna verdwenen op Great Slave Lake, alleen zijn ze nu uitgerust met simpele Garmin gps-navigatie, ongeveer dezelfde als waar wij in onze camper op navigeren.

ze liggen alweer op drijvers

Yellowknife, prachtig gelegen aan de noord oever van Slave Lake

Whati, een kleine Inuit nederzetting met 470 inwoners zo’n 165km NW van Yellowknife is sinds eind november 2021 ontsloten via een nieuwe “year-round” gravelweg. Hiervoor was het alleen per auto bereikbaar in de winter via de bevroren meren en zomers per vliegtuig. Wij rijden er even naar toe, het is begin juni. Terwijl ik een foto maak van het kleine houten kerkje stopt de eerste auto en vraagt waar we vandaan komen. Er is geen camping en weinig plek om te overnachten zonder mensen lastig te vallen. Wij besluiten op de parkeerplaats van het kleine vliegveld zo’n 2km buiten het dorp te overnachten. We zijn misschien wel de eerste bezoekers (toeristen) met eigen camper. De hele avond krijgen we bezoek uit het dorp, sommigen durven een praatje te maken, allemaal weten ze al dat we uit Nederland komen maar de meesten rijden een rondje en kijken van een afstand naar deze vreemdelingen van ver. De nacht is rustig, sinds de weg klaar is land er alleen nog op werkdagen om 12 uur een vliegtuig uit Yellowknife.

de nieuwe Hwy naar Whati

onderweg veel stof

Whati

Vanaf Yellowknife rijden we via de onverharde Liard Hwy verder naar het noordwesten, via een klein stukje Alaska Hwy en de Robbert Campbell Hwy, deze laatste loopt redelijk parallel aan de Alaska Hwy maar is grotendeels gravel. Als het regent is het een glibberige weg, dus het regent als wij hem rijden. Op een paar lokale auto’s na komen we 2 dagen lang bijna niemand tegen. We zien dagelijks meer dan 10 beren, allemaal zwarte beren. Hier zijn ze minder gewend aan auto’s dan in de drukke parken verder noord. Ze laten zich dan ook maar even zien en verdwijnen snel weer in uitgestrekte bossen die ons beeld al duizenden kilometers vormt afgewisseld met de ontelbare kleine en grotere meren. We zien zelfs een Cougar (Panter) maar ook deze is te snel voor de fotografen.

bighorn schapen, zij willen wel even poseren

hoge waterstanden

prachtige weerspiegelingen

wilde stroomversnellingen

toch maar weer eens wassen

prachtige Alaska Hwy

Via de Klondike Hwy bereiken we Dawson City, 100km voor de meest noordelijke grens met Alaska. Het alom bekende stadje vanwege de Gold Rush eind achttienhonderd. Het plaatsje, een van de hoogtepunten voor veel toeristen op hun reis door noord Canada en Alaska, lijkt veel op een openluchtmuseum. Het is nog grotendeels in de winterrust. Onderweg hiernaartoe ontmoeten we veel mensen die ons de Dempster Hwy aanraden. Het is volgens de informatie de meest “remote” route in Canada en sinds 2017 is de weg doorgetrokken van Inuvic naar Tuktoyaktuk aan de Arctic Sea (Beaufort sea). Dit is de enige weg in Canada en Alaska waar je op eigen wielen na het oversteken van de poolcirkel de Arctic Sea kan bereiken. De gravelweg is 885km lang en begint 40km ten oosten van Dawson City, je moet dezelfde 885km gravelweg terugrijden. Dit in tegenstelling tot de andere weg van Fairbanks in Alaska naar Prudhoe Bay waar je de laatste 15km niet naar zee mag rijden vanwege olieopslag terrein. Dit zijn de twee enige wegen die de poolcirkel passeren op het Amerikaanse continent. Alhoewel Prudhoe Bay net iets noordelijker ligt, zit dit in onze planning. We hebben dan vanuit het verste puntje van Zuid-Amerika net oost van Ushuaia naar het meest noordelijke puntje van Noord-Amerika gereden.

We beslissen ook de Dempster te rijden! Echter door de enorme sneeuwval in Noord-Amerika en Canada de afgelopen winter (mensen zeggen in decennia niet zoveel sneeuw te hebben gezien) de vele regen tijdens het late dooi seizoen is de waterstand in de rivieren extreem hoog. De Dempster heeft in het gebied boven de poolcirkel 2 ferry verbindingen over de Peel river en de machtige Mackenzie river. Deze beginnen normaal op 1 juni te varen maar de Peel river ferry vaart nog niet vanwege de hoge waterstand. Inmiddels begint de startmotor van onze camper te protesteren. De auto-onderdelen winkel in Dawson test onze start accu, maar die is prima. Een nieuwe startmotor hierheen sturen duurt zeker een maand, onderdelen uit Toronto duurt al meer dan 2 weken volgens de medewerker. Hier moeten we het mee doen. Zelf maak ik alle elektrische contacten en aardpunten op het chassis schoon en corrosie vrij, kijk dit helpt en hij start weer als vanouds.

Dawson City

alles staat hier op de "perma frost", toch zakt het langzaam scheef door steeds langere periodes met wat hogere temperaturen

Klondike "goldrush" eind 18 honderd, voor sommigen uitstekende tijden, voor de meesten een grote terleurstelling en hard werken

Dawson City aan de oever van de Yukon rivier

Op advies van de het informatiecentrum in Dawson slaan we voor 3 weken eten in en met volle diesel en watertank beginnen we aan de 885km lange route. De Peel river ferry is net de avond voor ons vertrek gaan varen. De gravelweg blijkt in prima staat sommige delen zijn zo vlak als een biljartlaken, zolang het droog is geeft het alleen veel stof. Maar zodra het gaat regenen verandert het  in no time in een geweldige modderbende. Hier lopen we duidelijk voor het toeristenseizoen uit. Deze route die bij veel Canadezen op de Bucketlist staat is een belevenis, via de uitlopers van de Rocky Mountains, de Mackenzie Mountains langs eindeloze naaldbossen en meren gebieden tot langzaam de bomen kleiner worden en uiteindelijk verdwijnen en plaats maakt voor de toendra’s. Toendra’s grenzend aan het poolgebied hebben geen bomen en kennen geen struiken, het is een vlak gras en mosachtige uitgestrekt landschap. Het is bijna de langste dag, de zon gaat al dagen niet meer onder in het Inuit plaatsje Tuktoyaktuk op bijna 70 gr NB aan de noordzijde van de enorme Mackenzie delta. Hier aan de Arctic Sea is de zon voor het laatst opgekomen op 19 mei en gaat pas onder op 24 juli, dat is 58 dagen lang zonlicht! Op de Noordpool is er zelfs in de zomer 180 dagen lang geen zonsondergang! Een hele vreemde belevenis. Maar in de winter zie je hier even lang zelfs geen schemerlicht. De Arctic Sea ligt nog vol ijs en met de straffe noordenwind is de gevoelstemperatuur nog maar -5 C, het is er verrekte koud.

yes, we gaan de "remote" Dempster rijden

prachtige ruige natuur, Dempster Hwy

halverwege de 885km Demster Hwy passeren we de poolcirkel

de ferry over de Mackenzie river, aan beide zijden nog de enorme ijsmassas (zwart), de jongens van de ferry hadden nog nooit eerder zoveel ijs als dit jaar meegemaakt (en wij moeten maar geloven dat het overal warmer wordt)

het wordt steeds kouder 

de poolcirkel met weergave van de "treeline",  noord van deze boomgrens lijn vind je alleen toendra's, zee en poolijs 

de boomgrens voorbij, verder noord alleen nog toendra's

we hebben het gehaald, de Arctic Sea of wel de Beaufortzee bij het Inuit plaatsje Tuktoyaktuk

kerkjes in Tuktoyaktuk

Tuktoyaktuk

"arctische zeerook" in zeer koude lucht condenceerd waterdamp boven de open delen van het relatief warme water en wordt door de wind meegevoerd, dit komt alleen in het poolgebied voor 

Ook hier lopen de Inuit niet meer rond zoals ik mij de plaatjes van Eskimo’s herinner uit het aardrijkskunde boek. De spijkerbroek en geruite overhemd is ook hier de gewone dracht en alleen de donkere huidskleur en de karakteristieke ronde gezichten onderscheid de Inuit nog van de import en toeristen.

onderweg bij Tuktoyaktuk een praatje met de Hwy patrol

er wordt hier nog druk gejaagd!

Iglo kerk Inuvik

Inuvik

Het beeld wat wij krijgen van de uiterst vriendelijke Inuit bevolking geeft ons de indruk dat de Canadese overheid het goed aanpakt. Ze hebben behoorlijk veel autonomie en leven veelal van de jacht op zeehonden, walvissen en kariboes en van de visserij. In 1999 is een groot deel van North WestTerritories afgescheiden en een nieuw autonoom territorie Nunavut met de hoofdstad Iqaluit gevormd ter grootte van 1/5 deel (ruim 20x Nederland) van Canada en slechts 28.000 inwoners. Het is de grootste “land-deal” ooit bereikt tussen een staat en een inheemse bevolkingsgroep. Deze bevolkingsgroep heeft net als de meeste inheemse bevolkingsgroepen echter veel problemen met werkloosheid, alcoholmisbruik en een hoge kindersterfte. De beperkte economische vooruitzichten heeft de hoop gevestigd op toerisme voor wat extra inkomsten maar met slechts 800km wegennetwerk die niet aansluit op enig andere territorie of provincie in Canada zal dit wel erg beperkt blijven. Voor ons is dit nu nog “een territorie te ver”.

Top of the World Hwy, de meest noordelijke weg naar Alaska alleen open van eind mei tot 1 september - sneeuw wordt daarna niet meer geruimt en de douanepost is gesloten

bushcamp onderweg Top the World Hwy

we hebben inmiddels Alaska gehaald

het plaatsje Chicken, Alaska, bekend van de Goldrush rechts een grote goudgraaf machine 

Eind van de Alaska Hwy, Delta Junction

Helaas, op de terugweg naar Dawson City begint de startmotor weer te protesteren…..voor ieder probleem is een oplossing, welke? 

Dat gaan we nu maar eens bedenken......

--000--